zaterdag 12 januari 2008

Japan gaat weer deelnemen aan missie in Afghanistan

Premier Yasuo Fukuda van Japan heeft vrijdag een omstreden wet in het parlement doorgedrukt om de coalitie van de VS in Afghanistan weer te bevoorraden op de Indische Oceaan. Deze was op 1 november gestaakt omdat het mandaat ervoor toen verliep.

De wet werd in het Hogerhuis eerst afgewezen, maar onmiddellijk teruggekaatst naar het Lagerhuis, waar de Liberalen hun meerderheid gebruikten om de wet er door te jassen met 340 tegen 133 stemmen, zo meldt de BBC.

Yasuo Fukuda zegt dat de missie van vitaal belang is voor de positie die zijn land binnen de internationale gemeenschap inneemt. De missie kan nu al volgende maand hervat worden.

De wet voorziet opnieuw in een missie van de Japanse marine om de door de VS geleide militaire operaties in Afghanistan te steunen. De marine gaat in de Indische Oceaan Amerikaanse en andere schepen van de coalitie bevoorraden.

Het Hogerhuis, waar de oppositie een meerderheid heeft, wilde van de missie niets weten. Maar Fukuda’s regering maakte die afwijzing ongedaan door de wet nog eens voor te leggen aan het Lagerhuis, waar ze over tweederde meerderheid beschikt.

Het is maar één keer eerder voorgekomen in meer dan vijftig jaar dat een regering in Japan op deze manier alsnog voor een door het Hogerhuis afgewezen voorstel goedkeuring kreeg.

Oppositieleider Ichiro Ozawa, de leider van de Democratische Partij van Japan, wilde de missie alleen verlengen met een mandaat van de VN.

Sinds 1 november deed Japan niet meer mee aan de operaties in Afghanistan omdat toen het mandaat verliep en de oppositie tegen een verlenging daarvan was.

De Democraten verwezen daarnaast naar de pacifistische grondwet van het land.

De missie was verder in een kwaad daglicht komen te staan door beschuldigingen dat Japan meer brandstof aan de strijdkrachten van de Verenigde Staten heeft geleverd dan officieel was gemeld.

Tokyo begon de bevoorradingsmissie in 2001. Japanse en Amerikaanse zegslieden hebben de Japanse marinemissie van vitaal belang genoemd in de oorlog tegen terrorisme.

De zet van Fukuda zal de Verenigde Staten behagen, die hard hebben gelobbyd voor voortzetting van de missie.

Thomas Schieffer, de Amerikaanse ambassadeur in Japan, zei “dat door het aannemen van de wet Japan zich bereid heeft verklaard aan de zijde te staan van degenen die een veiliger en meer tolerantere wereld nastreven”.

Kritiek
Maar er klinkt ook kritiek. Deze is in de Japanse media en bij de oppositie geuit op het gebruik van de tweederde meerderheid in het parlement, omdat die berust op de uitslag van de stembusgang van 2005.

Bij de verkiezingen voor het Hogerhuis leed de regerende partij in juli vorig jaar een zware nederlaag. Die laatste uitslag geeft de wil van de Japanse kiezers weer, en niet die van ruim twee jaar geleden, aldus de critici.

De Democratische Partij had aanvankelijk gedreigd met een motie van wantrouwen tegen de premier, de eerste ooit, in de hoop vervroegde verkiezingen voor het Lagerhuis af te dwingen.

Maar volgens de krant de NRC is de stemming onder de kiezers er niet naar. De Japanners zijn bezorgder over economische thema’s als de pensioenen en belastingen.

De Democraten hebben hun voornemen voorlopig uitgesteld tot er een thema aan de orde komt dat de kiezers meer aanspreekt.

Japan is geen lid van de NATO, en doet ook niet mee aan de ISAF-veiligheidsmacht in Afghanistan zelf, maar gaat de troepen van de coalitie dus weer van brandstof op zee voorzien.